Hou op met de zee te zoeken. Nieuwe poëzie op de site
Wat is dat toch met de zee? Hou op met de zee te zoeken. Zo heet de belangrijkste bundel van de Griekse dichter Georges Seferis. Heel anders klinkt het bij de Duitse schrijfster Dorothee Sölle die de zee net in haar kamer uitnodigt op een manier en vanuit een ontvankelijkheid die bijzonder aan shikantaza doet denken.
Georges (Giorgos) Seferis (1900-1971) was een belangrijk Nieuwgrieks dichter, o.a. onderscheiden met de Nobelprijs in 1963. Centraal in het werk van deze beroepsdiplomaat staan thuisloosheid, verbanning en het leven als zwerftocht. In vaak bedriegelijk eenvoudige spreektaal vertelt hij van de Griekse geschiedenis en het mediterrane landschap. Net als bijvoorbeeld W.B. Yeats en T.S. Eliot slaagt hij erin een persoonlijke anecdotiek en private mythologie uit te tillen tot een algemeen geldend metafoor dat spreekt van en voor alle mensen.
Dorothee Sölle (1929- 2003). Sölles achtergrond was een liberaal-burgerlijk milieu. Haar familie had niet veel op met kerk en religie. Zelf beschrijft Sölle haar keuze voor het christendom als een radicaal bekeringsproces, een fundamentele omwenteling in haar leven. Zelf zegt ze: 'De essentie van mijn ommekeer had te maken met Auschwitz. Hoe kon zoiets gebeuren met een volk van geschoolde Europeanen, die Beethoven speelden. Waar waren jullie, ouders en leraren? Wat hebben jullie gedacht en gedaan in die tijd?'
Het boek dat ze zelf haar magnum opus noemt, is getiteld Mystiek en verzet. Mystiek en verzet horen voor Sölle bij elkaar als twee kanten van één medaille. De rationele benadering alleen is onvoldoende om het religieuze te verdiepen. Er is nog een andere dimensie nodig die een antwoord kan geven op de vraag: waarom doe je dat nu allemaal? Waaróm verzet je je? En dan beland je bij de mystiek.
Zonder mystiek verzandt verzet in cynisme. Zonder mystiek houden we het verzet niet vol. Ook persoonlijk heeft Sölle haar strijdvaardigheid altijd gecombineerd met persoonlijke verdieping, inkeer en meditatie. Haar boek De Heenreis uit 1975 beschrijft bijvoorbeeld haar spirituele zoektocht en haar ervaringen met meditatie. De kern van dat boek is dat de spirituele weg naar binnen (de heenreis) noodzakelijk vooraf moet gaan aan de terugreis, de reis naar het leven van alle dag, naar de sociale werkelijkheid, naar ego-loze solidariteit. Want dan zal de diepgang van de heenreis de terugreis voeden en uitzuiveren. En uiteindelijk zullen de religieuze weg naar binnen en de weg naar solidariteit met de medemens dan samengaan en uitmonden in een eenheid van spiritualiteit én solidariteit.
'‘Ik ben niet alles, ik ben een deel’. Het mystieke beeld van haar eigen dood was voor Sölle een druppel te worden in de zee van Gods liefde. Want ook een druppeltje vermeerdert de kracht van de onafzienbare zee. Ook een druppeltje treedt binnen in de diepte van het zijn.
(citaten uit een artikel van Monique Wolf in het tijdschrift Streven, jaargang 2004)