8 maart 208 • Vrouwendag

Recent verscheen bij uitgeverij Asoka Het verborgen licht. Verhalen van 25 eeuwen verlichte vrouwen. De originele Amerikaanse versie had het over ‘The Hidden Lamp’ en dat lijkt me correcter. De inleiding van Zoketsu Norman Fisher stelt dat de klassieke verzamelingen zenverhalen zijn voortgekomen ‘uit een vrijwel uitsluitend mannelijke beoefeningspraktijk wat zich ook weerspiegelt in hun stijl: beknopt en pregnant, compromisloos, krachtig, vol zinswendingen uit de spreektaal en vol humor, soms (maar niet altijd) nuttig – en in het algemeen veeleer terughoudend’. Nou, die zit.
Deze verzameling verhalen van 25 eeuwen verlichte vrouwen moet de balans wat meer in evenwicht brengen. En dus draagt een bonte stoet zenmeesteressen (die benaming alleen al) voorzien van rakusu’s in de meest diverse kleuren, verhalen aan van strijdvaardige ‘zusters’, ‘grootmoeders’, vaak naamloos, die de beter bekende mannelijke zenleraren wel even een koekje van eigen deeg serveerden (of net niet serveerden, dat kwam ook voor).
Het onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke zenleraren en bij uitbreiding allen die de weg van zen gaan, is vanuit een absoluut standpunt niet echt belangrijk maar vanuit een relatief standpunt is het dat uiteraard wel. Maar die specifiek feministische insteek met haar opzettelijkheid en letterlijkheid hindert mij al net zo als het reciteren van een uitsluitend vrouwelijke of uitsluitend mannelijke afstammingslijn.
Dat neemt niet weg dat de verhalen over deze vrouwen vaak naar de kern van de zaak gaan of daar – beknopt en pregnant, compromisloos en krachtig, vol zinswendingen uit de spreektaal en vol humor – van getuigen. De hedendaagse commentaren bij die zenverhalen doen dat helaas vaak veel minder. Een van de beste verhalen, Eshuns diepe ding, getuigt evenwel van een bijzonder soort feminisme. Het verhaal is behoorlijk puberaal en scabreus maar laat dat u vooral niet afschrikken.

Eshun was een non uit het klooster van Saijoji. De abt van dit klooster wou een boodschap sturen naar de abt van het grote klooster van Engakuji. Die abt stond erom bekend dat hij bezoekers grof behandelde. Geen van de monniken van Saijoji waagde zich deze reis op zich te nemen. Alleen Eshun meldde zich vrijwillig. Toen de monniken haar door de hoofdpoort zagen binnenkomen, kwam er een monnik snel te voorschijn, trok zijn monnikskleed omhoog en zei: ‘Het ding van de monnik is een meter lang, wat zeg je nu?’.
Eshun trok rustig haar kleed omhoog, spreidde haar benen en zei: ‘Het ding van de non is oneindig diep’. Zij liet haar kleed vallen en vervolgde haar weg door de poort zonder nog eens lastig gevallen te worden.


Lees meer
Zenteksten: wat moet je ermee?

De teisho van februari is gewijd aan de eerste regel van de Hsin Hsin Ming, een ongemeen krachtig geschrift van de derde zenpatriarch Sengtsan( gestorven in 606). De tekst bekleedt een centrale plaats in de boeddhistische ch’an-traditie. De tekst had en heeft een grote invloed in zen-kringen en gaf aanleiding tot veel commentaren.

De eerste regel ‘De grote weg is niet moeilijk voor wie niet kiest’ werd door tal van zenmeesters geciteerd en bekleedt ook een prominente plaats in de Hegikanroku (De verhalen van de Blauwe Rots). Het hele gedicht heet de essentie van de zenweg te vertolken. Een aanrader dus maar zoals steeds te lezen met de nodige omzichtigheid. De tekst staat zowel in tijd en ruimte heel ver van ons af en dat mag al blijken uit de vertaling van de titel. Geleerden zeggen dat de titel bestaat uit drie ideogrammen die ongeveer het volgende betekenen:

  • Hsin betekent geloof (in de dubbele betekenis van het Engelse "belief" en "faith”. Het gaat evenwel om niet om geloven op het gezag van een ander (van leraren, heilige teksten, …) maar om geloof uit de eerste hand, gebaseerd op ervaring, een geloof dat ontspringt aan de wijsheid van verlichting. Hsin betekent zoveel als de objectief gevoelde overtuiging dat alle fenomenen teruggaan op de Ene Geest, op de Boeddha-natuur die onze echte natuur is;
  • De tweede Hsin betekent hart of geest (vaak ook samengebald in hartgeest). Het gaat niet om onze geest van alledag maar om de geest die zich verenigt met, die oplost in de allesomvattende Geest
  • Ming betekent letterlijk ‘inscriptie’ maar hier gaat het breder naar uitdrukking geven aan, vertolking, schriftelijke neerslag. Ming heeft tegelijk de notie van waarschuwing en aanmoeding of vermaning.
Daar kunnen we dan even mee doen. Maar het geeft meteen een idee van de moeilijkheid om deze teksten te vertalen, laat staat ze als westerling vanuit een heel andere traditie te begrijpen. Ten bewijze de totaal uiteenlopende (Engelse) vertalingen van de titel. De naam van de vertaler leest u telkens tussen de haakjes.

  • Trust Mind Inscription (Hae Kwang)
  • Inscription on Trust in the Mind (Burton Watson)
  • Inscribed On the Believing Mind (Daisetsu Teitarõ Suzuki)
  • On Believing in Mind (Daisetsu Teitarõ Suzuki)
  • Words Inscribed on the Believing Mind (Heinrich Dumoulin)
  • Verses On the Faith Mind (Richard B. Clarke)
  • On Faith in Mind (Dusan Pajin)
  • Faith in Mind (Sheng-yen)
  • Trusting In Mind (Hae Kwang)
  • On Trust in the Heart (Christmas Humphreys)
  • Trust in the Heart (Thomas Cleary)
  • Poem on the Trust in the Heart (Thomas Cleary)
  • Trusting In Mind (Stanley Lombardo)
  • Song of Trusting the Heart (translator unknown)
  • A Poetical Manuscript on Belief in the Mind (Katsuki Sekida)
  • The Mind of Absolute Trust (Stephen Mitchell)
  • The Mind of Absolute Trust (Robert F. Olson)
  • The Perfect Way (translator unknown)


Mijn voorkeur gaat duidelijk uit naar de keuzes van Humphreys en Cleary. En u?


Lees meer
 Bladzijde 1 / 1 
8 maart 208 • Vrouwendag

Recent verscheen bij uitgeverij Asoka Het verborgen licht. Verhalen van 25 eeuwen verlichte vrouwen. De originele Amerikaanse versie had het over ‘The Hidden Lamp’ en dat lijkt me correcter. De inleiding van Zoketsu Norman Fisher stelt dat de klassieke verzamelingen zenverhalen zijn voortgekomen ‘uit een vrijwel uitsluitend mannelijke beoefeningspraktijk wat zich ook weerspiegelt in hun stijl: beknopt en pregnant, compromisloos, krachtig, vol zinswendingen uit de spreektaal en vol humor, soms (maar niet altijd) nuttig – en in het algemeen veeleer terughoudend’. Nou, die zit.
Deze verzameling verhalen van 25 eeuwen verlichte vrouwen moet de balans wat meer in evenwicht brengen. En dus draagt een bonte stoet zenmeesteressen (die benaming alleen al) voorzien van rakusu’s in de meest diverse kleuren, verhalen aan van strijdvaardige ‘zusters’, ‘grootmoeders’, vaak naamloos, die de beter bekende mannelijke zenleraren wel even een koekje van eigen deeg serveerden (of net niet serveerden, dat kwam ook voor).
Het onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke zenleraren en bij uitbreiding allen die de weg van zen gaan, is vanuit een absoluut standpunt niet echt belangrijk maar vanuit een relatief standpunt is het dat uiteraard wel. Maar die specifiek feministische insteek met haar opzettelijkheid en letterlijkheid hindert mij al net zo als het reciteren van een uitsluitend vrouwelijke of uitsluitend mannelijke afstammingslijn.
Dat neemt niet weg dat de verhalen over deze vrouwen vaak naar de kern van de zaak gaan of daar – beknopt en pregnant, compromisloos en krachtig, vol zinswendingen uit de spreektaal en vol humor – van getuigen. De hedendaagse commentaren bij die zenverhalen doen dat helaas vaak veel minder. Een van de beste verhalen, Eshuns diepe ding, getuigt evenwel van een bijzonder soort feminisme. Het verhaal is behoorlijk puberaal en scabreus maar laat dat u vooral niet afschrikken.

Eshun was een non uit het klooster van Saijoji. De abt van dit klooster wou een boodschap sturen naar de abt van het grote klooster van Engakuji. Die abt stond erom bekend dat hij bezoekers grof behandelde. Geen van de monniken van Saijoji waagde zich deze reis op zich te nemen. Alleen Eshun meldde zich vrijwillig. Toen de monniken haar door de hoofdpoort zagen binnenkomen, kwam er een monnik snel te voorschijn, trok zijn monnikskleed omhoog en zei: ‘Het ding van de monnik is een meter lang, wat zeg je nu?’.
Eshun trok rustig haar kleed omhoog, spreidde haar benen en zei: ‘Het ding van de non is oneindig diep’. Zij liet haar kleed vallen en vervolgde haar weg door de poort zonder nog eens lastig gevallen te worden.


Lees meer
Zenteksten: wat moet je ermee?

De teisho van februari is gewijd aan de eerste regel van de Hsin Hsin Ming, een ongemeen krachtig geschrift van de derde zenpatriarch Sengtsan( gestorven in 606). De tekst bekleedt een centrale plaats in de boeddhistische ch’an-traditie. De tekst had en heeft een grote invloed in zen-kringen en gaf aanleiding tot veel commentaren.

De eerste regel ‘De grote weg is niet moeilijk voor wie niet kiest’ werd door tal van zenmeesters geciteerd en bekleedt ook een prominente plaats in de Hegikanroku (De verhalen van de Blauwe Rots). Het hele gedicht heet de essentie van de zenweg te vertolken. Een aanrader dus maar zoals steeds te lezen met de nodige omzichtigheid. De tekst staat zowel in tijd en ruimte heel ver van ons af en dat mag al blijken uit de vertaling van de titel. Geleerden zeggen dat de titel bestaat uit drie ideogrammen die ongeveer het volgende betekenen:

  • Hsin betekent geloof (in de dubbele betekenis van het Engelse "belief" en "faith”. Het gaat evenwel om niet om geloven op het gezag van een ander (van leraren, heilige teksten, …) maar om geloof uit de eerste hand, gebaseerd op ervaring, een geloof dat ontspringt aan de wijsheid van verlichting. Hsin betekent zoveel als de objectief gevoelde overtuiging dat alle fenomenen teruggaan op de Ene Geest, op de Boeddha-natuur die onze echte natuur is;
  • De tweede Hsin betekent hart of geest (vaak ook samengebald in hartgeest). Het gaat niet om onze geest van alledag maar om de geest die zich verenigt met, die oplost in de allesomvattende Geest
  • Ming betekent letterlijk ‘inscriptie’ maar hier gaat het breder naar uitdrukking geven aan, vertolking, schriftelijke neerslag. Ming heeft tegelijk de notie van waarschuwing en aanmoeding of vermaning.
Daar kunnen we dan even mee doen. Maar het geeft meteen een idee van de moeilijkheid om deze teksten te vertalen, laat staat ze als westerling vanuit een heel andere traditie te begrijpen. Ten bewijze de totaal uiteenlopende (Engelse) vertalingen van de titel. De naam van de vertaler leest u telkens tussen de haakjes.

  • Trust Mind Inscription (Hae Kwang)
  • Inscription on Trust in the Mind (Burton Watson)
  • Inscribed On the Believing Mind (Daisetsu Teitarõ Suzuki)
  • On Believing in Mind (Daisetsu Teitarõ Suzuki)
  • Words Inscribed on the Believing Mind (Heinrich Dumoulin)
  • Verses On the Faith Mind (Richard B. Clarke)
  • On Faith in Mind (Dusan Pajin)
  • Faith in Mind (Sheng-yen)
  • Trusting In Mind (Hae Kwang)
  • On Trust in the Heart (Christmas Humphreys)
  • Trust in the Heart (Thomas Cleary)
  • Poem on the Trust in the Heart (Thomas Cleary)
  • Trusting In Mind (Stanley Lombardo)
  • Song of Trusting the Heart (translator unknown)
  • A Poetical Manuscript on Belief in the Mind (Katsuki Sekida)
  • The Mind of Absolute Trust (Stephen Mitchell)
  • The Mind of Absolute Trust (Robert F. Olson)
  • The Perfect Way (translator unknown)


Mijn voorkeur gaat duidelijk uit naar de keuzes van Humphreys en Cleary. En u?


Lees meer
 Bladzijde 1 / 1 

8 maart 208 • Vrouwendag

Recent verscheen bij uitgeverij Asoka Het verborgen licht. Verhalen van 25 eeuwen verlichte vrouwen. De originele Amerikaanse versie had het over ‘The Hidden Lamp’ en dat lijkt me correcter. De inleiding van Zoketsu Norman Fisher stelt dat de klassieke verzamelingen zenverhalen zijn voortgekomen ‘uit een vrijwel uitsluitend mannelijke beoefeningspraktijk wat zich ook weerspiegelt in hun stijl: beknopt en pregnant, compromisloos, krachtig, vol zinswendingen uit de spreektaal en vol humor, soms (maar niet altijd) nuttig – en in het algemeen veeleer terughoudend’. Nou, die zit.
Deze verzameling verhalen van 25 eeuwen verlichte vrouwen moet de balans wat meer in evenwicht brengen. En dus draagt een bonte stoet zenmeesteressen (die benaming alleen al) voorzien van rakusu’s in de meest diverse kleuren, verhalen aan van strijdvaardige ‘zusters’, ‘grootmoeders’, vaak naamloos, die de beter bekende mannelijke zenleraren wel even een koekje van eigen deeg serveerden (of net niet serveerden, dat kwam ook voor).
Het onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke zenleraren en bij uitbreiding allen die de weg van zen gaan, is vanuit een absoluut standpunt niet echt belangrijk maar vanuit een relatief standpunt is het dat uiteraard wel. Maar die specifiek feministische insteek met haar opzettelijkheid en letterlijkheid hindert mij al net zo als het reciteren van een uitsluitend vrouwelijke of uitsluitend mannelijke afstammingslijn.
Dat neemt niet weg dat de verhalen over deze vrouwen vaak naar de kern van de zaak gaan of daar – beknopt en pregnant, compromisloos en krachtig, vol zinswendingen uit de spreektaal en vol humor – van getuigen. De hedendaagse commentaren bij die zenverhalen doen dat helaas vaak veel minder. Een van de beste verhalen, Eshuns diepe ding, getuigt evenwel van een bijzonder soort feminisme. Het verhaal is behoorlijk puberaal en scabreus maar laat dat u vooral niet afschrikken.

Eshun was een non uit het klooster van Saijoji. De abt van dit klooster wou een boodschap sturen naar de abt van het grote klooster van Engakuji. Die abt stond erom bekend dat hij bezoekers grof behandelde. Geen van de monniken van Saijoji waagde zich deze reis op zich te nemen. Alleen Eshun meldde zich vrijwillig. Toen de monniken haar door de hoofdpoort zagen binnenkomen, kwam er een monnik snel te voorschijn, trok zijn monnikskleed omhoog en zei: ‘Het ding van de monnik is een meter lang, wat zeg je nu?’.
Eshun trok rustig haar kleed omhoog, spreidde haar benen en zei: ‘Het ding van de non is oneindig diep’. Zij liet haar kleed vallen en vervolgde haar weg door de poort zonder nog eens lastig gevallen te worden.


Lees meer
Zenteksten: wat moet je ermee?

De teisho van februari is gewijd aan de eerste regel van de Hsin Hsin Ming, een ongemeen krachtig geschrift van de derde zenpatriarch Sengtsan( gestorven in 606). De tekst bekleedt een centrale plaats in de boeddhistische ch’an-traditie. De tekst had en heeft een grote invloed in zen-kringen en gaf aanleiding tot veel commentaren.

De eerste regel ‘De grote weg is niet moeilijk voor wie niet kiest’ werd door tal van zenmeesters geciteerd en bekleedt ook een prominente plaats in de Hegikanroku (De verhalen van de Blauwe Rots). Het hele gedicht heet de essentie van de zenweg te vertolken. Een aanrader dus maar zoals steeds te lezen met de nodige omzichtigheid. De tekst staat zowel in tijd en ruimte heel ver van ons af en dat mag al blijken uit de vertaling van de titel. Geleerden zeggen dat de titel bestaat uit drie ideogrammen die ongeveer het volgende betekenen:

  • Hsin betekent geloof (in de dubbele betekenis van het Engelse "belief" en "faith”. Het gaat evenwel om niet om geloven op het gezag van een ander (van leraren, heilige teksten, …) maar om geloof uit de eerste hand, gebaseerd op ervaring, een geloof dat ontspringt aan de wijsheid van verlichting. Hsin betekent zoveel als de objectief gevoelde overtuiging dat alle fenomenen teruggaan op de Ene Geest, op de Boeddha-natuur die onze echte natuur is;
  • De tweede Hsin betekent hart of geest (vaak ook samengebald in hartgeest). Het gaat niet om onze geest van alledag maar om de geest die zich verenigt met, die oplost in de allesomvattende Geest
  • Ming betekent letterlijk ‘inscriptie’ maar hier gaat het breder naar uitdrukking geven aan, vertolking, schriftelijke neerslag. Ming heeft tegelijk de notie van waarschuwing en aanmoeding of vermaning.
Daar kunnen we dan even mee doen. Maar het geeft meteen een idee van de moeilijkheid om deze teksten te vertalen, laat staat ze als westerling vanuit een heel andere traditie te begrijpen. Ten bewijze de totaal uiteenlopende (Engelse) vertalingen van de titel. De naam van de vertaler leest u telkens tussen de haakjes.

  • Trust Mind Inscription (Hae Kwang)
  • Inscription on Trust in the Mind (Burton Watson)
  • Inscribed On the Believing Mind (Daisetsu Teitarõ Suzuki)
  • On Believing in Mind (Daisetsu Teitarõ Suzuki)
  • Words Inscribed on the Believing Mind (Heinrich Dumoulin)
  • Verses On the Faith Mind (Richard B. Clarke)
  • On Faith in Mind (Dusan Pajin)
  • Faith in Mind (Sheng-yen)
  • Trusting In Mind (Hae Kwang)
  • On Trust in the Heart (Christmas Humphreys)
  • Trust in the Heart (Thomas Cleary)
  • Poem on the Trust in the Heart (Thomas Cleary)
  • Trusting In Mind (Stanley Lombardo)
  • Song of Trusting the Heart (translator unknown)
  • A Poetical Manuscript on Belief in the Mind (Katsuki Sekida)
  • The Mind of Absolute Trust (Stephen Mitchell)
  • The Mind of Absolute Trust (Robert F. Olson)
  • The Perfect Way (translator unknown)


Mijn voorkeur gaat duidelijk uit naar de keuzes van Humphreys en Cleary. En u?


Lees meer
 Bladzijde 1 / 1 


© 2019 Maha Karuna Leuven Contact