Hier leest u een aantal teksten van vooraanstaande zenmeesters uit verleden en heden. Met de nodige voorzichtigheid te gebruiken ter verdieping van de praktijk.

Image

De gelofte van de mensheid
Hisamatsu over liefde en mededogen



Een zin uit de Gelofte van de Mensheid luidt ‘ mensen worden vol van mededogen’. De zin die ervoor komt ‘kalm en evenwichtig, laat ons ontwaken tot ons ware Zelf’, verwijst naar ons kalm-worden worden en het ontwaken van ons ware Zelf, wat een kwestie is van eigen belang, zelfdiscipline of eigen ontwikkeling. Maar als het vooral om discipline of ontwikkeling gaat, dan is het onvolledig. We zijn sociale wezens die in een gemeenschap leven, dus we moeten ook met anderen rekening houden. Daarom moeten we uiterst mededogend worden en een vergevingsgezind hart voor anderen hebben.
Deze houding is meestal hetzelfde als liefde. Een liefhebbend mens straalt warmte uit naar anderen, terwijl het niet bij machte zijn om lief te hebben eenzaam maakt. Ongeacht hoe volledig de oefening of ontwikkeling ook is, iemand die niet geeft om anderen is een uiterst koud wezen. Zo iemand heeft zijn of haar oefening niet werkelijk voltooid. Een mededogend hart is noodzakelijk voor de voltooiing van de oefening. Zonder de wens om anderen te bevrijden of in de oefening te betrekken, kan een individu niet als bevrijd beschouwd worden en kan dat zelfs niet nastreven. Daarom is de betrokkenheid op anderen een van de vormen van oefening.

Oefenen en zorg voor anderen
Zelfs in de religieuze zenpraktijk vinden sommigen het moeilijk om vanaf het begin op anderen betrokken te zijn, omdat ze dan juist bezig zijn met hun eigen situatie. Dit idee is wijdverspreid, zelfs onder hen die serieus oefenen. Het is begrijpelijk dat mensen denken dat als de oefening al moeilijk is voor jezelf, en je je uit alle macht op de oefening werpt, dat je je het niet kan veroorloven om je zorgen te maken over anderen. Of dat je, zolang je serieus met je oefening bezig bent, alles OK is en er geen reden is om je met anderen bezig te houden. Maar deze houding leidt tot eigenbelang, waarin geen plaats is voor onbaatzuchtigheid. Oefening moet een hart omvatten dat ernaar verlangt anderen in de oefening op te nemen, die samen met jou bevrijd worden. Ware individuele oefening houdt ook zorg voor anderen in. Dat is een groot verschil met egoïstische oefening. Wanneer je vanaf het begin betrokken bent op anderen zal dat warmte in je ontwikkeling brengen. Hoewel dit nogal moeilijk lijkt, is het essentieel.
Oefening, eigenbelang en het belang van anderen vormen in het boeddhisme een onverbrekelijk geheel. Deze benadering laat zien dat je oefening geleid wordt door en voor het belang van anderen.

In het verleden dacht ik dat mijn oefening op de eerste plaats kwam en dat ik het voor anderen later wel zou doen. Het leek me ondenkbaar dat je voor anderen begint te werken voordat je eerst aan je eigen oefening werkt. Ik begreep de eerste regel van de Bodhisattva Geloften niet: ‘Hoe talloos de levende wezens ook zijn, ik beloof ze allen te bevrijden’.
Echt, ik kon toen de eerste regel niet bevatten, dus het kwam er op neer dat ik de Geloften vanaf de volgende regel las: ‘Hoe oneindig de hartstochten ook zijn, ik beloof ze te doven’. Ik dacht dat ik op geen enkele manier kon uitspreken: ‘Hoe talloos de levende wezens ook zijn, ik beloof ze allen te bevrijden’, zolang ik mijn eigen hartstochten nog niet had uitgedoofd. Telkens als ik de Geloften van de Bodhisattva las, dan bewaarde ik de eerste regel ‘Hoe talloos de levende wezens ook zijn..’ voor later. Later realiseerde ik me beetje bij beetje dat ‘Hoe talloos de levende wezens ook zijn...’ aan het begin moet staan. Ik realiseerde me dat je studie en oefening gedaan moeten worden voor alle mensen. De oefening begint pas als bevrijding en de vervulling van het boeddhistische pad omwille van de eerste gelofte nagestreefd worden.. Vóór het eigenbelang komt het belang van anderen, dat is iets dat we moeten inzien. Vanaf het begin lopen eigenbelang en belang van anderen parallel en blijven de hele tijd met elkaar verbonden. Oefenen voor jezelf is voor het welzijn van anderen en oefenen voor anderen is oefenen voor jezelf. We moeten niet simpelweg onze eigen oefening zeker stellen en daarnaast die van anderen, we moeten een stap verder zetten en het punt bereiken waar de oefening voor onszelf geen andere is dan die voor anderen. Dit is iets verhevens voor mensen. Dit soort liefde is cruciaal in religie.

Een onuitputtelijk mededogen
In het boeddhisme wordt gezegd dat de oefening voor jezelf een eindpunt heeft, terwijl het Grote Mededogen onuitputtelijk is. Oefenen voor anderen is eeuwig en grenzeloos. Dit Onuitputtelijke Grote Mededogen is de basis van de geloften van mededogen van het Mahayana boeddhisme. Als iemand bevrijd is en toch iets voor anderen wil doen, dan zal zijn of haar oefening voor altijd voortgaan en vooruitgaan zonder vervelend of oninteressant te worden.
Ik zou willen dat jullie allemaal op de een of andere manier dit hart zouden hebben. Als ik over mijn eigen verleden nadenk dan besef ik dat ik niet in de positie verkeer om hiertoe aan te sporen. Maar het is cruciaal om zo’n hart te hebben, zo’n verlangen, zo’n meedogende gelofte. Ongeacht je levensomstandigheden, dat wil zeggen ongeacht hoe druk je bent met je eigen zaken en blijkbaar niet in staat om iets te doen voor het welzijn van anderen, in de mate waarin je je bezorgd om anderen gaat maken, zal deze bezorgdheid je hart verwarmen en zuiveren. Aan de andere kant, als je voornamelijk aan je eigen zaken denkt, wordt het hart steeds harder en losbandiger. We moeten de betrokkenheid op anderen vanaf het eerste begin erbij nemen. Een diep meedogend hart moet ons diepste verlangen zijn, en het meest diepe meedogende hart is Gods liefde of Boeddha’s mededogen.

Het paradijs voor de slechten
Christenen beweren dat God liefde is, omdat de essentie van God liefde is. Er wordt zelfs gezegd dat liefde God is. Dat is erg belangrijk. We kunnen dit niet begrijpen enkel door kennis van de moraal. Zonden vergeven en liefhebben voorbij ideeën over goed en kwaad, is iets dat zich bevindt voorbij het domein van kennis en moraal. In moralistische termen moeten degenen die iets slechts hebben gedaan gestraft worden. Zonden vergeven, kwaad vergeven, houden van slechte mensen, slechte mensen als dierbaar beschouwen, dat is onmogelijk voor de moraal.
Voor het beschouwen van een slecht mens als dierbaar of beklagenswaardig is de ouderlijke liefde een goede metafoor. Een ouder heeft zelfs een verloren zoon lief. In deze liefde zit een werkelijk mededogend hart. Het is een hart dat de toestand van het kwaad niet kan verdragen, en dat er iets aan wil doen. Zulke mensen streven ernaar iets positiefs te doen, ze sympathiseren met de persoon die kwaad gedaan heeft, voelen mededogen met die persoon, zonder enig spoor van haat. Als we de ouder, broer of zus worden van een slecht persoon dan verandert onze houding enorm.
Op een bepaalde manier overstijgt deze houding de rede. Het lijkt op wat Shinran bedoelt met ‘Zelfs een goed mens bereikt de wedergeboorte in het Pure Land, zo eens te meer een slecht mens.’ Dit wordt vaak beschouwd als immorele woorden. Het paradijs lijkt bijna bedoeld voor degenen die kwaad doen. Het idee dat een slecht mens het meest geschikte religieuze bewustzijn heeft, wordt beschouwd als een les aan degenen die fouten maken. Veel mensen geloven dat deze woorden de diepte en uitgestrektheid van Amida Boeddha’s genade weergeven.
In het Christendom vergeeft de God van liefde de aangeboren zonde, de zogenaamde erfzonde. De last van alle menselijke zonde rust op de schouders van God. Omdat de situatie van mensen beklagenswaardig is, vergeeft God ons onze zonden, er is verzoening. Hoe open en warm is een dergelijk hart! In plaats van dat dit hart liefde voelt voor een virtuele persoon, is dit hart uitgestrekt, diep en warm. De aanwezigheid van zo’n hart verwarmt de wereld en hoe meer mensen er zijn met zo’n hart, des te lichter, warmer en rechtvaardiger de wereld wordt. Degenen die kwaad hebben gedaan worden niet gered door middel van straf voor hun zonden, maar het gaat erom dat iemand die zo slecht is dat hij niet gered kan worden, toch vergeven wordt. Er is iemand die vergeeft en daardoor veranderen andere mensen. Zelfs degenen die, gezien vanuit een moreel standpunt, niet kunnen veranderen, ondergaan een diepe ommekeer en geestelijke ontwikkeling door het vergeven van zonden vanuit een standpunt dat moraliteit overstijgt.


Fukanzazengi
Universele aanwijzingen voor zazen van Eihei Dogen (1200-1253)


De weg is fundamenteel volmaakt en vervult alles. Waarom maken we dan onderscheid tussen beoefening en verwezenlijking? Het voertuig van de dharma beweegt zich vrij en onbelemmerd. Waartoe dient dan menselijke inspanning? De Boeddhanatuur overstijgt zonder twijfel alle stof van de wereld. Wie gelooft dan dat er een middel bestaat om hem schoon te poetsen? Hij is nooit verwijderd van de plaats waar je je nu bevindt. Wat heeft het dan voor zin om naar allerlei plaatsen te gaan om hem te beoefenen?

Maar bij het allerkleinste onderscheid zal de weg even ver van ons verwijderd zijn als de hemel van de aarde. Bij de geringste neiging tot voorkeur of afkeer zal de geest zich verliezen in verwarring. Stel dat je trots wordt op je door oefening verworven inzichten, daarmee verlaag je je eigen verlichte staat omdat je slechts een fractie ziet van de wijsheid waarvan alles is doordrongen. Je vergist je als je denkt de hemel te kunnen bestormen. Je maakt pas de eerste stappen over de grenzen, maar schiet nog tekort wat betreft de belangrijkste weg van de volledige bevrijding.

Moet ik hier nu echt opnieuw spreken over de Boeddha, die een aangeboren inzicht had. De invloed van zijn zes jaar mediteren strekt zich tot dit moment uit. Of moet ik je aan Bodhidharma's overdracht van de geestzegel herinneren? De faam van zijn negenjarige zitten wordt tot op heden herdacht. En omdat het met alle patriarchen en wijzen zo verging, is het onbegrijpelijk dat mensen van deze tijd zich onttrekken aan het volgen van de weg.

Daarom zouden we moeten stoppen met een praktijk gebaseerd op verstandelijk inzicht, het bestuderen van woorden en het naleven van wijze spreuken, om een stap terug te kunnen doen en onze blik naar binnen te richten en zo ons zelf te verlichten. Als je de realiteit zoals ze is wilt bereiken, dien je de realiteit zoals ze is te beoefenen.

Voor zazen is een rustige kamer nodig. Eet en drink matig. Zet alle zorgen opzij en stop met alle activiteiten. Denk niet in termen van goed en kwaad. Laat je niet leiden door voorkeur en afkeer. Stop alle beweging van het bewustzijn en het oordelen over opkomende gedachten en gevoelens. Maak je geen illusies een Boeddha te worden. Verder heeft zazen niets van doen met zitten of liggen.

Op de vloer van de plek waar je regelmatig zazen beoefent, leg je een dikke mat neer, waarop een kussen wordt geplaatst. Zit in de halve lotus- of volledige lotushouding. In de volledige lotushouding leg je eerst de rechtervoet op het linker dijbeen en daarna de linkervoet op het rechter dijbeen. In de halve lotushouding leg je de linkervoet gewoon op het rechter dijbeen en rust de rechtervoet op de grond. Je kleding en je riem dienen ruim te zitten en net te zijn. Leg daarna de rechterhand op de linkervoet en de linkerhand in de naar boven gekeerde handpalm van de rechterhand, terwijl de duimtoppen elkaar lichtjes raken. Ga dan recht zitten in een correcte lichaamshouding, waarbij je noch naar links of rechts, noch naar voren of naar achteren helt. Verzeker jezelf ervan dat je oren zich op één vlak met de schouders bevinden en dat de neus op dezelfde verticale lijn ligt als de navel. Plaats de tong tegen de voorkant van het gehemelte, terwijl je tanden en lippen beide op elkaar houdt. De ogen moeten altijd open blijven en je dient lichtjes door de neus te ademen. Als je deze houding hebt aangenomen, haal enkele keren diep adem, adem in en adem uit, beweeg je lichaam naar links en naar rechts en zet jezelf in een stevige, roerloze positie. Denk aan niet-denken. Hoe denk je aan niet-denken? Door voorbij het denken en het niet-denken te denken.

De zazen waarover ik spreek is geen methode om te leren mediteren. Het is simpelweg de Dharmapoort naar kalmte en geluk, de beoefeningrealisatie van totale en opperste verlichting. Het is de openbaring van de uiteindelijke werkelijkheid. Het ligt buiten het bereik van de honderdduizend trucs van het ego. Als eenmaal de pointe ervan begrepen is, zul je zijn als de draak die in het water gaat, als de tijger die de berg beklimt. Want je dient te beseffen dat de juiste Dharma zich precies in zazen zelf manifesteert en dat vanaf het begin onwetendheid en verstrooidheid verdreven zullen worden.

Als je na het zitten opstaat, doe dat dan met langzame en rustige bewegingen. Doe het kalm en bedachtzaam. Kom niet plotseling snel omhoog.vii

Als we het verleden onderzoeken, zien we dat het overstijgen van zowel niet- verlichting als verlichting, zittend en staan sterven helemaal en volledig afhangt van de kracht van zazen.viii

Men kan verlicht geraken in situaties met een vinger, een vlag, een naald of een houten hamer. Verwerkelijking kan ook tot stand komen met behulp van een vliegenmepper, een vuistslag, een staf of een schreeuw. Het kan niet ten volle worden begrepen door het onderscheidende denken van de mens. Het kan ook niet gekend worden door de beoefening of verwerkelijking van bovennatuurlijke krachten.

Het is een toestand die aan het horen en zien van de mens voorbijgaat; het is de toestand die ook voorafgaat aan alle kennis en waarnemingen. Omdat dit zo is, maakt intelligentie of gebrek eraan niets uit. Tussen het domme en het knappe bestaat geen onderscheid. Als je je kracht met heel je wezen concentreert, is dat uit zichzelf al het gaan van de weg. Beoefeningrealisatie is van nature onbesmet en zuiver. Doorgaan met oefenen is een kwestie van alledaagsheid.

Bovenal prevaleert de stijl van onze school, omdat zen uitsluitend gewijd is aan zazen, totaal betrokken is op het roerloze zitten. Hoewel men zegt dat er evenveel geesten als mensen bestaan, volgen ze allemaal de weg, alleen door zazen te beoefenen. Waarom zou je de stoel in je eigen huis verlaten en zonder duidelijk doel op zoek gaan naar stoffige rijken in andere landen? Eén misstap en je bent van de weg, die hier en nu voor je open ligt, afgedwaald.

Je verkeert in de unieke omstandigheid een menselijk lichaam te bezitten. Gebruik je tijd niet nutteloos. Jij kunt het grootse werk van de Boeddha voortzetten. Wie zou volledig kunnen genieten van de vonk van een vuursteen? Daarnaast zijn de vorm en het wezen als dauw op het gras; de menselijke bestemming is als een bliksemschicht, in één tel verschenen en verdwenen, kortstondig als een knippen van je vingers.

Luister alsjeblieft, eerzame volgeling van zen: als je gewend bent de olifant te betasten, hoef je de ware draak niet te wantrouwen. Gebruik je energie voor een methode die direct naar het absolute wijst. Eerbiedig de mens die het volledig heeft verworven, die boven alle menselijke handelen is verheven. Vereenzelvig jezelf met de verlichting van de Boeddha's; volg de eerlijk verkregen erfenis van het samadhi van de patriarchen. Handel steeds op deze wijze en je kunt er zeker van zijn dat je net als hen zult worden. Je schatkamer zal zich vanzelf openen en je zult er gebruik van kunnen maken wanneer je maar wenst.

(bron: www.zenantwerpen.be)

Hsin Hsin Ming
‘Verzen over vertrouwen in het hart’ door Sosan Zenji

De grote weg is niet moeilijk
voor wie geen voorkeuren heeft.
Wanneer liefde en haat beide afwezig zijn,
wordt alles helder en onversluierd.
Maak je echter ook maar het kleinste onderscheid,
dan wijken hemel en aarde oneindig ver uiteen.
Wil je de waarheid zien,
wees dan nergens voor of tegen.
Het vergelijken van wat je bevalt met wat je niet bevalt,
is de ziekte van de geest.
Als je de diepste betekenis van de dingen niet begrijpt,
wordt je onontbeerlijke gemoedsrust onnodig verstoord.
De weg is volmaakt als onmetelijke ruimte
waarbinnen niets ontbreekt en niets overbodig is.
Werkelijk, omdat wij steeds weer het een aanvaarden en het ander afwijzen,
zien wij de ware aard van de dingen niet.
Leef noch verstrikt in uiterlijke zaken,
noch met een innerlijk gevoel van leegte.
Wees gelijkmoedig binnen de eenheid van alle dingen
en zulke onjuiste denkbeelden verdwijnen vanzelf.
Als je probeert activiteit tot rust te brengen om tot passiviteit te komen,
zal juist je poging daartoe je met activiteit vervullen.
Zolang je of tot het een of tot het ander overhelt,
zul je nooit eenheid kennen.


Wie niet leeft volgens de enige weg
schiet tekort zowel in activiteit als in passiviteit,
zowel in gerichtzijn naar buiten als in onthechting.
Als je de realiteit van de dingen ontkent,
ontgaat je hun werkelijkheid;
als je de oppervlakkigheid van de dingen benadrukt,
ontgaat je hun ware bestaan.
Hoe meer je erover praat en denkt,
des te verder dwaal je van de waarheid af.
Houd op met praten en denken
en er is niets dat je niet zult begrijpen.
Terugkeren naar de kern betekent de diepere zin ontdekken,
maar ijdele schijn najagen betekent de bron over het hoofd zien.
Op het moment van de innerlijke verlichting
overstijg je de oppervlakkige schijn en leegte.
De ogenschijnlijke veranderingen in de wereld van oppervlakkigheden
komen ons reëel voor door onze onwetendheid.
Zoek niet naar de waarheid;
houd er alleen mee op vaststaande meningen te koesteren.

Laat de staat van dualisme achter je;
vermijd zorgvuldig alles wat daartoe leidt.
Als er zelfs maar een spoor is
van zus en zo, van goed en slecht,
raakt je diepste wezen verstrikt in verwarring.
Wees, hoewel alle dualiteiten komen van het Ene,
zelfs niet aan dit Ene gehecht.
Als je geest rustig de weg volgt,
kan niets ter wereld je nog kwetsen,
en wanneer iets niet langer kwetsend is,
verandert het van aanzicht.

Als er geen kritische gedachten opkomen,
houdt de oude geest op te bestaan.
Als gedachte-objecten verdwijnen,
verdwijnt het denkende subject,
net zoals de dingen verdwijnen wanneer de geest verdwijnt.
Dingen verdwijnen omdat er een subject oftewel geest is;
en de geest is een subject omdat er objecten zijn.
Zie de onderlinge afhankelijkheid tussen deze beide
en de fundamentele waarheid: het éénzijn van de leegte.
In deze leegte zijn beide niet van elkaar te onderscheiden
en elk bevat in zichzelf de hele wereld.
Als je geen onderscheid maakt tussen grof en fijn
raak je niet star en bevooroordeeld.

Leven volgens de grote weg
is gemakkelijk noch moeilijk.
Maar heb je een beperkte kijk,
dan ben je angstig en onzeker:
hoe meer je je haast, des te langzamer kom je vooruit.
Gehechtheid beperkt zich niet tot één gebied;
zelfs als je je hecht aan het idee van verlichting
ben je al op de verkeerde weg.
Laat de dingen eenvoudigweg zoals ze zijn
en er zal komen noch gaan meer bestaan.
Pas je aan aan de aard van de dingen
en je zult je vrij en ongestoord kunnen bewegen.
Als je gedachten aan banden zijn gelegd, is de waarheid verborgen,
want alles is dan vuil en troebel.
De neerdrukkende gewoonte alles te bekritiseren
veroorzaakt ergernis en afmatting.
Welk voordeel valt er te behalen
uit kieskeurigheden en vooroordelen?

Als je de ene weg wilt bewandelen,
keur dan zelfs de zintuig- en ideeënwereld nooit af.
Ja, deze volledig aanvaarden
staat zelfs gelijk aan ware verlichting.
De wijze streeft niets na,
maar de dwaas slaat zichzelf in de boeien.
Er is maar één dharma, er zijn er geen vele;
domme hunkeringen veroorzaken al het onderscheid.
Met een geest vol vooroordelen de Geest zoeken
is de grootste van alle fouten.

Rust en onrust komen voort uit illusie;
binnen de verlichting bestaat geen voorkeur of afkeer.
Alle tegenstellingen ontstaan uit onjuiste conclusies.
Deze zijn als denkbeeldige bloemen in de lucht:
het is dwaasheid ze te willen vastgrijpen.
Winst en verlies, goed en kwaad:
Zet zulke gedachten meteen definitief van je af.

Als het oog nooit slaapt,
lossen alle dromen vanzelf op.
Als de geest geen onderscheid maakt,
zijn de tienduizend dingen om je heen zoals ze zijn,
komen ze alle uit dezelfde kern voort.
Als je het mysterie van deze gemeenschappelijke essentie begrijpt,
ben je bevrijd uit alle verwarring.
Als je alle dingen als gelijkwaardig beschouwt,
heb je de tijdloze essentie van het zelf bereikt.
Er zijn geen vergelijkingen en analogieën meer mogelijk
als er geen oorzaken, geen onderlinge verbanden meer bestaan.
Als je beweging in stilte bestudeert
en stilte in beweging,
verdwijnen stilte en beweging allebei.
Als zulke tegenstellingen verdwijnen,
kan eenheid zelf niet bestaan.
Op deze hoogste waarheid
is geen enkele wet of beschrijving van toepassing.

Voor de alomvattende geest die in overeenstemming is met de weg
verdwijnt al het egocentrische streven.
Twijfels en aarzelingen lossen zich op
en een leven vol vertrouwen wordt mogelijk.
Met één sprong zijn wij uit onze gevangenschap bevrijd;
niets kleeft ons meer aan en er is niets waaraan wij nog vastklampen.
Alles is leeg, helder, vanzelfsprekend,
als we niet langer overal ons denkvermogen op loslaten.
Hier tellen gedachte, gevoel, kennis en verbeelding niet meer.
In deze wereld van het pure zijn
is er noch zelf noch iets anders dan zelf.

Zeg, om je regelrecht op deze werkelijkheid af te stemmen,
wanneer je twijfel voelt opkomen, eenvoudig: "Niet twee."
In dit 'niet twee' is niets afgescheiden,
niets buitengesloten.
Ongeacht waar of wanneer,
verlichting betekent dat je in deze waarheid doordringt.
En deze kan in tijd of ruimte niet groter of kleiner worden;
erbinnen duurt een enkele gedachte tienduizend jaar.

Leegte hier, leegte daar,
maar het oneindige heelal
is altijd zichtbaar om je heen.
Oneindig groot en oneindig klein;
geen verschil, want definities zijn verdwenen
en nergens zijn grenzen te zien.
Evenzo met zijn en niet-zijn.
Verspil geen tijd aan twijfels en redeneringen
die hiermee niets te maken hebben.
Eén ding, alle dingen:
houd je er niet afzijdig van, leef er middenin,
zonder kieskeurig te zijn.
Als je dit steeds blijft beseffen,
maak je je geen zorgen om onvolmaaktheid.
Leven naar dit geloof is de weg naar eenheid,
want wat niet gescheiden is, is één met de geest die zich overgeeft.

Woorden!
De weg kan niet door taal worden uitgedrukt,
want zij kent
geen gisteren
geen morgen
geen vandaag.

Uit:
Het oog slaapt nooit ( naar de kern van zen ) door Dennis Genpo Merzel
Uitgeverij Ankh-Hermes bv Deventer