Teisho vijfde plaatje: de os temmen

Het gedicht

De zweep en ketting kunnen niet opzij worden gelegd.
Anders kan de os weer gaan dwalen in de modderige moerassen.
Maar train je het dier geduldig om je te leren vertrouwen,
dan wordt het zachtaardig en stapt het onbekommerd.
Volgt het uit eigen beweging de weg die jij gaat.


Groot geloof, grote twijfel, grote inzet
Groot geloof, grote twijfel, grote inzet kun je beschouwen als de heilige triade van zen. Het zijn. De drie vereisten die aan elke serieuze zenbeoefening vooraf gaan. Ze zijn ook instrumenteel voor het uiteindelijke ontdekken van onze ontwaakte geest.

Twijfel is wat de arme acteur van Shakespeares Macbeth het podium op en af jaagt. Kan het zijn dat wat ik altijd als vanzelfsprekend heb aangenomen, compleet illusoir is? Kan het dat ik altijd, elke seconde opnieuw, iets verdedig dat nooit bestaan heeft en geen enkele vastigheid heeft? Het ego is grotendeels de som van de beveiligingsmechanismen die ons moeten beschermen tegen de stormen van het leven, tegen de aanspraken van anderen. Omdat we een vermoeden hebben van de uiteindelijke onverdedigbaarheid van een afzonderlijk, afgescheiden ik knaagt de twijfel. Vaak is twijfel weerstand, weerstand tegen het leven zoals het op ons afkomt. Maar grote twijfel is tegelijk ook een instrument van bevrijding. Grote twijfel is ook de uitdrukking van niet-weten, van daarin thuis te komen, van vrede te hebben met het niet te weten, vrede met het ook nooit te kunnen weten.

Groot geloof is de motor om het vol te houden. Er zijn geen wegwijzers op deze weg, er is geen finale meet getrokken die we kunnen overschrijden of waaraan we onze vooruitgang zouden kunnen afmeten. We gaan door op deze weg, in het groot geloof dat we ons overgeven aan het leven, in de stellige zekerheid dat de genade groter is, oneindig veel groter dan al onze bemoeienissen, dan ons steriele ik-gedreven streven.
Geloof is overgave, geloof is loslaten in de stellige zekerheid dat mijn vallen gedragen is, dat ik zelfs niet zal vallen maar integendeel vliegen in overgave aan het leven. Van de Maagd Maria wordt gezegd dat zijn vol van Genade is: wanneer de engel haar verzekert dat zij de moeder Gods zal worden, zal zij menselijkerwijs de grootste twijfels gehad hebben maar toch zegt zij: mij geschiede naar Uw Woord. Genade om niets gegeven. Hoe had dit gewone boerenmeisje uit het huis van David de wijsheid van het leven op eigen kracht moeten achterhalen? Maar uit het grote geloof van niet-weten, uit de wijsheid voorbij elke conventionele wijsheid geeft zij zich over aan het leven, een harde weg weliswaar die haar tot onder het kruis zal brengen.

De vereiste van grote inzet vereist geen verdere uitleg. Maar het vereist immers grote inzet om keer op keer de os los te rukken uit de zoete grassen die het dier verleiden. Het vergt grote inzet om keer op keer terug te keren naar de aandacht, naar het spiegelbewustzijn dat opmerkt maar niet discussieert, dat geen keuzes maakt, die het leven laat zijn zoals het op ons afkomt. Het vergt grote inzet om elke adem opnieuw de eerste te laten zijn, nooit eerder geweest en nooit meer te herhalen. Het vereist grote inzet om elke meditatie aan te vangen met de geest van de beginner die niet weet. Dit vijfde plaatje laat evenwel al een andere, minder wilsgedrevene kant van de meditatie zien. Naarmate de plaatjes vorderen is er steeds minder persoonlijke inzet vereist maar onderhoudt de meditatie op zichzelf reeds de noodzakelijke dynamiek. Het gedicht van plaatje 4 was nog één en al wilskracht inspanning. Met geweld wordt de neus van de os losgetrokken uit de geurige kruiden waaraan hij zich te goed doet:

Met buitengewone krachtsinspanning grijp je de os.
Maar zijn wil is sterk en zijn lijf en en al vastberadenheid.
Soms loopt hij hoog in de bergen in,
andere keren verdwijnt hij in de mist.


Maar het gedicht bij dit vijfde plaatje heeft het al over geduld en vertrouwen die resulteren in zachtaardigheid en onbekommerdheid. En laat dit nu net de dynamiek van de zinbeoefening zijn die begint bij het wilskrachtige tellen van en blijven bij de adem tot het vertrouwvolle zitten in meditatie zonder ook maar iets bijzonders (shikantaza). Nogmaals: het parcours van de meditatie gaat van veel eigen inspanning en waakzaamheid naar overgave en vertrouwen:

  • adem tellen van 1-10
  • adem tellen: 1
  • volgen van de ademhaling maar zonder begeleidend tellen
  • koan studie of shikantaza, enkel maar zo zitten in zazen
  • shikantaza

Voor de bespreking van shikantaza wil ik graag grasduinen in de Fukanzazengi van Dogen, zowat dé centrale tekst in alvast de Sotorichting van zen. Geïnteresseerden lezen hier
de volledige tekst van Dogen.

Shikantaza, het alleen maar zo zitten in zaken, is de vertrouwvolle uitdrukking van 'Je bent het'! Dit is de waarheid. Wees simpelweg open voor wat is, voor wat zich van seconde tot seconde anders aandient, voor de vriendelijke realiteit van 'Ik ben'.

Als "ik" zazen beoefen, als “ik” zit, als “ik" werk, als "ik" de vloer veeg, dan blijven dat twee verschillende dingen. Maar zazen is zazen. Zazen drukt de onderliggende eenheid van alle dingen uit.
Pratititya samudpahha: het pad van er samen uit. Onze beoefening gaat er werkelijk om dat gevoel van scheiding tussen het zelf en andere dingen op te heffen, door allereerst het zelf te vergeten. Dat is de plek waar de alledaagse geest de Weg is, die plek waar het ego niet binnen kan komen, zich niet kan mengen, zijn eigen ideeën niet kan opleggen over hoe de dingen wel of niet zouden moeten zijn. Shikantaza is geen oefening tot verlichting maar zij is de uitdrukking van de eenheid van praktijk en verlichting. Niet als iets zeer bijzonder maar doodgewoon. Shikantaza, de essentie van Zen-meditatie, gaat over "gewoon bewustzijn". Dogen leerde dat het ruimer gaat is dan alleen zitten - het is volledig aanwezig zijn. Het gaat om een fysieke houding van helder bewust zijn. In essentie is het de praktijk van simpelweg hier zijn, aanwezig zijn — niet als inerte rotsen of stenen, maar als bewuste wezens. Daarom vat "gewoon bewustzijn" de essentie van de term beter.

De belangrijkste kenmerken van shikantaza als eenheid van praktijk en verlichting zijn:

  • Het is Objectloos en hanteert geen beelden of thema's;
  • Het gebruikt geen interne of externe hulpmiddelen
  • Het is niet geconcentreerd/gebun,deld maar is integendeel open en gedecentreerd
  • Het resulteert in een verhoogd, aanhoudend totaalbewustzijn van zelf en wereld

De atltitude van shikantaza is dat:
  • zij geen specifieke verwezenlijking nastreeft;
  • zij geen verlichting nastreeft of werkt naar buitengewone ervaringen of speciale krachten toe;
  • zij niet-teleologisch is door te zoeken naar een doeleinde áchter de dingen en gewoon alledaags is;

Shikantaza vereist van de beoefenaar:
  • Oprechte toewijding;
  • Vastberadenheid;
  • Groot gevoel van urgentie

Omwille van het enorme belang van shikantaza laat ik graag enkele gezaghebbende stemmen aan het woord:

  • Zenleraar Taigen Dan Leighton noemt het: 'panoramische aandacht voor alle talrijke verschijnselen die zich voordoen in de huidige ervaring' en 'volledig ontspannen gewaarwording'.
  • Zenmeester Yasutani spreekt van 'alertheid', de dynamische activiteit van volledig aanwezig te zijn’
  • De filosoof Alan Watts : 'Het is geen "concentratie" in de gebruikelijke zin van het beperken van de aandacht tot één enkel zintuiglijk object, zoals een lichtpunt of je neuspunt. Het is simpelweg een rustig gewaar zijn, quiet awareness of whatever happens , zonder commentaar, van wat er ook maar hier en nu is.'
  • Zenmeester Maezumi: 'We uiten onze dankbaarheid voor onszelf en voor alles, niet als twee afzonderlijke dingen, maar beide als één leven. Vergeet alsjeblieft niet dat je leven zelf de praktijk is. Oefenen is niets anders dan je leven. Leef elk moment als de manifestatie van de koan, ongeacht hoe het het ene moment na het andere gaat, niet oordelend volgens je ideeën.'

Jezelf vergeten
In zazen zijn we eenvoudig rechtop, open en aanwezig. Velen beginnen met een doel, maar echte beoefening wordt doelloos - een overgave aan iets groters dan onszelf. Verlichting betekent jezelf vergeten, niet een beter zelf worden. De scheiding tussen ik en ander lost op. Je wordt deel van iets groters, van het geheel.
Dit wordt vaak vergeleken met een kalme spiegel. Als water stil is, weerspiegelt het alles zuiver, zonder oordeel. Zo is ook verlicht bewustzijn - het ontvangt en reflecteert alles zonder voorkeur, zonder vasthouden. Er is geen 'zelf' meer dat manipuleert of oordeelt. Er is alleen open, keuzeloos bewustzijn.
Het beeld dat hiervoor wordt gebruikt, vooral in China, is dat van een kalme, rustige spiegel. Wanneer water rimpelloos en windstil is, weerspiegelt het alles volkomen. De maan kan zich er volledig in weerspiegelen. Dit spiegelende water ontvangt alles zonder voorkeur of afkeer en geeft het zuiver terug. Dat is wat een kalme spiegel doet: volledig ontvangen, zonder selectie of oordeel, en helder weergeven. Deze metafoor illustreert het bewustzijn van verlichting. Een bewustzijn dat de tienduizend dingen volledig ontvangt en ongehinderd laat binnenkomen, om ze vervolgens onbelemmerd terug te geven. Het houdt niets vast voor zichzelf omdat het draait om zelfvergetelheid. Er is niemand meer die aan de knoppen draait en denkt: "Dit is interessant, dat kan ik gebruiken, hier moet ik meer mee doen." Die persoon, dat zelf, is weggevallen. Er blijft alleen keuzeloos bewustzijn over.
In zazen richten we onze inspanning op rechtop zijn, open zijn en aanwezig zijn — meer niet. De meesten van ons beginnen echter met een doel voor ogen. Wanneer de beoefening zelf een toewijding wordt aan doelloosheid — aan niet-doen — verandert het van zelfverbetering naar religieuze beoefening in een overgave aan iets dat ons eigenbelang overstijgt, erop vertrouwend dat we al zijn wat we zoeken. Of zoals een gedichtje van Pierre Kemp het uitdrukt:

Er rest mij soms maar déze ene behoefte,
te rusten,
en met een bloem tussen mijn tenen
en een ring van zonlicht op een knie
niets te zijn


Loslaten van lichaam en geest
Zenmeester Uchiyama gebruikte de metafoor van het openen van de hand van nadenken. Hij zei dat wanneer we de hand van denken openen, de dingen die we in ons hoofd verzinnen wegvallen — dit is het "wegvallen van lichaam en geest". Sommigen denken dat dit een letterlijke, fysieke metamorfose betekent waarbij het lichaam tijdens verlichting uit elkaar valt, maar dat bedoelde Dogen niet. Door los te laten van onze conceptualisaties, van de geconceptualiseerde wereld, laten we het idee van een gescheiden lichaam en geest vallen. Wat wegvalt is de scheiding zelf. Wanneer we onze grenzen of de kunstmatige scheiding door het oordelende bewustzijn loslaten, verdwijnen ook de grenzen van ons eigen lichaam en geest, evenals de waargenomen grenzen van anderen. Wat overblijft is onze directe, onbemiddelde ervaring.

Omdat we al Boeddha zijn en bewustzijn fundamenteel wakker en grenzeloos is, is er in de praktijk geen techniek of methode is om verlichting te bereiken. Het is eerder een manifestatie of belichaming van de ontwaakte kwaliteit van bewustzijn. Bovendien zijn wij het niet die de praktijk uitvoeren, maar de Boeddha die we al zijn. Zo is realisatie de praktijk van niet-duale inspanning.

Oprecht en rechtop
In zazen en de praktijk in het algemeen werken we aan het vinden van onze innerlijke en uiterlijke balans. Een manier is door jezelf toe te staan om vanaf de basis van je wervelkolom tot aan je nek en hoofd je natuurlijke rechtopheid te vinden — de houding van grootste gemak.
Katagiri Roshi zei: "Echt zazen is wanneer ons lichaam en geest volledig in balans zijn." Als beginneling proberen we vaak de geest tot rust te brengen en stil te zitten tijdens de overgang van dagelijkse drukte naar het niet-doen van zazen. Een andere benadering is om niet te forceren, maar de beoefening te laten gebeuren. Soms gebruikt hij het beeld van een bloemknop, zoals een waterlelie die op het punt staat te openen. In plaats van je lichaam in een rechte houding te dwingen, open je naar je meest fundamentele wezen, je natuurlijk heldere geest. Laat de lagen van spanning zich ontspannen en wegvallen zoals een bloem haar blaadjes ontvouwt. Het openen van ons lichaam en onze geest gaat hand in hand. Wanneer het lichaam opent, opent de geest; en wanneer de lasten van de geest wegvallen, geniet ons hele wezen.
Als je geest actief is, probeer dan verbinding te houden met de stilte of stabiliteit onder de gedachten. Zen gebruikt graag het beeld van de oceaan: de gedachten zijn als golven aan het oppervlak — eeuwig in beweging, soms kalm, soms wild maar altijd bewegend — terwijl het water op de diepe zeebodem stabiel en stil is. Maak je geen zorgen over denken tijdens zazen en probeer niet los te komen van gedachten. Laat het denken simpelweg los door het zijn eigen ruimte te geven, zoals Suzuki Roshi zei. Zonder je gedachten te onderdrukken of te veranderen, laat ze zijn zoals ze zijn. Laat ze los en laat je bewustzijn zich als een anker vestigen op de bodem van je wezen. Meditatie is vriendelijk zijn met onszelf.

Dogen bekritiseerde meditatiemethoden die het denken wilden stoppen en de geest beheersen om volledig op te gaan in het object van meditatie. Deze absorptie verwijdert meestal het bewustzijn van de directe omgeving en het lichamelijk aanwezig zijn. Waar het in dit plaatje en bij uitbreiding alle plaatjes om gaat is eenvoudig bewustzijn zonder gedachte, bewustzijn zonder mentale activiteit. Dogen noemde zazen "totale betrokkenheid bij onbeweeglijk zitten", waarbij we wakker en betrokken zijn, nog voordat commentaar of reactie ontstaat. Vandaar zijn centrale idee van de beoefeningsrealisatie.



Als ik heel stil ben
Dorothee Sölle

Als ik heel stil ben
kan ik vanuit mijn bed
de zee horen ruisen
maar het is niet genoeg heel te stil zijn
ik moet ook mijn gedachten van het land lostrekken

Het is niet genoeg de gedachten van het vasteland los te maken
ik moet ook het ademen aanpassen aan de zee
omdat ik bij het inademen minder hoor

Het is niet genoeg de adem aan te passen aan de zee
ik moet ook het ongeduld ontnemen aan handen en voeten

Het is niet genoeg handen en voeten te verzachten
ik moet ook de beelden van mij weggeven

Het is niet genoeg de beelden weg te geven
ik moet ook ophouden met moeten

Het is niet genoeg het moeten te laten
zolang ik het ik niet verlaat
Het is niet genoeg het ik te laten
ik leer vallen

Het is niet genoeg te vallen
maar terwijl ik val
en mezelf ontzink
hou ik op
de zee te zoeken
omdat de zee nu
van de kust naar boven
en in mijn kamer gekomen
om mij is

Als ik heel stil ben.