Wat zit ik hier te doen?

Teisho door Hugo Cammaer op 4 juni


Wat zit ik hier te doen?

Als je je deze vraag stelt
op een mooie zonnige dag in de vakantie,
op een bank in het stadspark,
dan kan je daar filosofisch
een mooie tijd mee doorbrengen.

Tijdens het mediteren echter
ga je gans anders om met deze vraag.
Je gaat er mee aan de slag
met een bijzonder soort aandacht,
binnen in jezelf.
Aandachtig, vriendelijk en onderzoekend.

Van waar komt deze vraag?
Wie stelt deze vraag?
Hoe ga ik daar mee om?

Ik heb mijn dagelijkse activiteiten onderbroken
en ben gaan zitten op mijn kussen of bankje,
thuis alleen of hier samen.
Ik was niet van plan om een beetje te gaan zitten nadenken
over wat ik hier ging zitten doen.
Nee, ik begon aan deze meditatie,
Aandachtig, stil, ademend uit, ademend in
en op een gegeven moment was daar die vraag:
“wat zit ik hier te doen?”

Die vraag popt op:
ik ben de enige die deze vraag hoort.
Het is mijn vraag.
Iets in mij heeft die vraag gesteld.
Iets in mij stelt wat ik aan het doen ben, in vraag.
Stelt “iets” in mij, ook mijzelf in vraag?
Wat zit jij daar te doen?

Alles wat in mij gebeurt behoort
tot mijn persoonlijke levenssfeer, is van mij.
Daarom is het normaal dat ik dat “iets in mij”
dat mij bevraagt,
ook vriendelijk welkom heet.

Ik onderzoek de vraag die wordt gesteld
en ik ben mij bewust van de vrager, “iets” in mij.

Het is al een tijdje dat ik mediteer.
Ik herinner mij, mijn aarzelend begin met zen.
Ik was het niet, die toen plots uit het niets
de grote beslissing nam om met zen te beginnen.

Het was toen ook een aarzelend “iets” in mij
dat zich stilletjes aan, in mij is gaan manifesteren
en dat daar allicht al heel lang zat.
Het was iets klein, broos en kwetsbaar,
dat mij op de een of andere manier
heeft aangezet om iemand
van dit zen-groepje aan te spreken.
Zo is het begonnen.

Heel dikwijls, later, tijdens mijn mediteren
was die vraag daar: “wat zit ik hier te doen?”
Langzaam leerde ik die vraag te herkennen
niet als een vraag geformuleerd door mijn grote ik,
maar als de aarzelende vraag van iets in mij,
een vraag geformuleerd door dat “sensibele iets” in mij.

Ik heb stilaan geleerd om die vraag
niet meer weg te wuiven of te negeren
en om dat “iets in mij” te herkennen
en ik heb stilaan geleerd ook
om dit deel van mij dat vragen stelt
omdat het twijfelt en bezorgd is,
te laten uitspreken:

Wat zit jij daar te doen?
Ben je zeker dat deze praktijk, iets is voor jou?
Doe je wel de juiste dingen?
Oefen je wel genoeg?
Ben je zeker dat je niet alleen,
met je eigen zelf bezig bent?

Geleidelijk, over de jaren heen, werd het duidelijk
dat de vraagsteller van deze vraag,
“wat zit jij daar te doen”,
slechts mijn eigen onderhuidse angst was,
mijn ongeduld, misschien,
of mijn eigen clandestiene manie,
om steeds opnieuw te proberen
om de regie van “mijn” leven
in “eigen” hand te houden.

Ik leerde dat dit zorgende “iets in mij”
mij voortdurend wil waarschuwen
voor mijn diepe stille ongeloof
in die woordeloze werkelijkheid
waartoe wij allemaal samen, behoren.

Ik bedank de vraagsteller in mij.
Ik neem nota
van de aarzelend geformuleerde vragen.
Ik bewaar ze voor later
en ik richt mijn aandacht
in meditatie verder naar binnen:
ik ben in zekere zin blij en ben vooral verwonderd,
dat er daar heel even
niets meer is, dat vragen stelt, niets.

Dit geeft mij moed om verder te gaan
in meditatie, kalm en rustig, hier en nu,
samen in de stille
woordeloze werkelijkheid.