Poezie raakt vaak ongemerkt, onbedoeld aan waar het echt om gaat. Wat gezegd wordt, ontsnapt aan rationele analyse maar bij de allergrootste gedichten is een absolute subjectiviteit in het geding die terecht geen tegenspraak meer duldt. De rest is stilte …

Image

Fernando Pessoa

Alberto Caeiro
De hoeder van kudden
XXIV

Wat wij zien van de dingen zijn de dingen.
Waarom zouden wij het één zien als er iets anders was?
Waarom zouden zien en horen ons vergissen zijn
Als zien en horen zien en horen zijn?

Essentieel is kunnen zien,
Kunnen zien zonder te denken,
Kunnen zien wanneer men ziet,
En niet denken wanneer men ziet
Noch zien wanneer men denkt.

Maar dat (wee ons, met onze aangeklede zielen!),
Dat vereist diepgaande studie,
Eist een leerschool in verlering
En opsluiting in de vrijheid van dat klooster
Waarvan dichters zeggen dat de sterren de eeuwige nonnen zijn
En de bloemen de overtuigde boetelingen van één dag,
Maar waar uiteindelijk de sterren niets dan sterren zijn
En de bloemen niets dan bloemen,
Reden waarom wij ze sterren en bloemen noemen.



(8?.3.1914)


Zij kwam, glimlachend, elegant,
De voetstap ongehaast en licht,
En ik, die voel met mijn verstand,
Maakte meteen 't juiste gedicht.

Ik spreek daarin niet over haar
Noch ook hoe zij, volwassen kind,
De hoek omsloeg van gindse straat,
Hoek waar de eeuwigheid begint...

In het gedicht spreek ik van zee,
Beschrijf de golven en de pijn.
Herlezend zie ik een van twee:
De hoek - ofwel de waterlijn.



(14.8.1932)


T.S. Eliot

De reis van de drie koningen


Het was een koude tocht,
en de slechtste tijd van het jaar
voor een reis, voor zulk een verre reis.
De wegen modderig, het weer guur,
de winter op zijn strengst.
De kamelen, die hun knieën ontvelden, hun hoeven bezeerden,
werden onhandelbaar
en legden zich neer in de smeltende sneeuw.
Menigmaal dachten we met spijt terug
aan onze zomerpaleizen op bloeiende berghellingen,
aan meisjes, in zijde gehuld, die gekoelde wijn ronddienden.
Onze kameeldrijvers vloekten, kankerden,
weigerden dienst, riepen om brandewijn en vrouwen.
Onze kampvuren wilden niet branden, onderdak was moeilijk
te vinden,
de steden waren vijandig, de dorpen stug,
de gehuchten smerig en verschrikkelijk duur:
het was een ellendige tocht.
Tenslotte reisden wij de gehele nacht door,
sliepen zo nu en dan langs de wegkant
en hoorden gedurig in onze oren zingende stemmen, zeggend:
jullie onderneming is waanzin.

Eindelijk, toen het licht werd, daalden we neer in een luw dal,
vochtig, onder de sneeuwlijn, geurend naar groeizaamheid;
een beek snelde voort, een watermolen karnde het duister,
er waren drie bomen onder een bewolkte lucht,
en een oud wit paard galoppeerde door een weiland.
Wij kwamen bij een herberg met wijngaardranken boven de stoep.
Zes handwerkslieden dobbelden bij de open deur om zilverlingen
en zes voetknechten schopten lege wijnzakken over de vloer.

Maar niemand kon ons inlichtingen verschaffen, en zo gingen
we verder en bereikten des avonds, geen uur te vroeg,
de plaats van bestemming; het was (dat mag ik wel zeggen)
de moeite waard.

Dit alles is lang geleden, ik heb het onthouden
en zou het over willen doen, maar ik stel,
dit vooropgesteld,
één vraag: was het doel dat ons dreef
geboorte of dood? Wij waren getuigen van een geboorte, zeker,
daar is geen twijfel aan. Maar als ik vroeger geboorte of dood zag,
was een onverbiddelijk einde voor ons, een dood, onze dood.
Wij keerden terug naar ons land, onze koninkrijken,
maar voelden ons niet meer thuis in de oude orde
tussen vreemde mensen die hun goden omklemmen.
Ik zal blij zijn als ik andermaal sterf.


Kavafis

Che fece....il gran rifiuto


Voor vele mensen komt een dag, waarop ze
het grote Ja of wel het grote Nee te zeggen hebben.
En onmiddelijk wordt dan duidelijk wie het Ja
al in zich klaar heeft; en het uitend

gaat hij verder, in eer en zelfvertrouwen.
Wie nee zei, hij heeft geen berouw. Werd het hem weer gevraagd,
nee zou hij nog eens zeggen. En toch richt dat nee
---het enige juiste---hem te gronde voor zijn hele leven.


M. Vasalis

Ik trek mij terug en wacht.
Dit is de tijd die niet verloren gaat:
iedere minuut zet zich in toekomst om.
Ik ben een oceaan van wachten,
waterdun omhuld door 't ogenblik.
Zuigend eb van het gemoed,
dat de minuten trekt en dat de vloed
diep in zijn duisternis bereidt.

Er is geen tijd. Of is er niets dan tijd?


Jorge Luis Borges

Als ik mijn leven opnieuw zou kunnen leven zou ik in het volgende leven proberen meer fouten te maken

Ik zou niet zo perfect proberen te willen zijn, ik zou me meer relaxen.
Ik zou idioter zijn dan ik ooit was, ik zou alles minder serieus nemen.

Ik zou minder hygiënisch zijn, Ik zou meer risicos nemen, ik zou meer reizen, ik zou meer naar de zonsondergangen kijken,
Ik zou meer bergen beklimmen, ik zou in meer rivieren zwemmen.

Ik zou naar meer plekken gaan waar ik nooit was geweest, ik zou meer ijsjes eten en minder bonen, ik zou meer echte problemen hebben en minder ingebeelde.

Ik was een van die personen, die wijselijk en productief leefde op elke minuut van zijn leven; tuurlijk heb ik ook momenten van vreugde gekend.

Maar als ik terug zou kunnen keren zou ik proberen alleen maar goede momenten te beleven. Verlies niet het nu.
Ik was één van hen die nooit ergens heen ging zonder termometer,
Zonder een zak met warm water, een paraplu en parachute.

Als ik opnieuw zou kunnen leven, zou ik lichter reizen.
Als ik opnieuw zou kunnen leven, zou ik beginnen met barrevoets lopen vanaf het begin van de lente tot aan het einde van de herfst
Ik zou meer met kinderen hebben als ik het leven opnieuw voor me zou hebben.

Maar zoals u ziet, ik ben 85 jaar oud en ik weet dat ik aan het sterven ben.